Amsterdammers met een bijstandsuitkering mogen vanaf februari volgend jaar een gedeelte van het geld dat ze verdienen met een bijbaantje houden, in plaats van dat het wordt ingehouden op hun uitkering. De hoofdstad begint een eigen proef, nadat het eerder niet mee mocht doen aan een landelijk experiment.

"We willen kijken wat er gebeurt met mensen in de bijstand als je ze laat bijverdienen", licht een woordvoerster de plannen van wethouder Arjan Vliegenthart (Werk, Inkomen en Participatie, SP) toe. Doel van de proef, die twee jaar gaat duren, is om te kijken of mensen sneller werk vinden, als ze eerst mogen bijverdienen bovenop hun uitkering. 

Behalve het financiële extraatje van maximaal 200 euro per maand wordt er bij een deel van de proefpersonen niet gecontroleerd of zij wel aan hun sollicitatieplicht voldoen, hoewel zij zich formeel gezien  er wel aan moeten houden. Een tweede groep krijgt actief extra begeleiding, zoals meer huisbezoek om te vragen hoe het gaat. En een derde groep blijft onder het normale regime vallen. 

Amsterdam verwacht dat alle mensen met een bijstandsuitkering die nu al deeltijdwerk hebben, zullen meedoen. Dat zijn er 3000, in totaal hebben zo'n 40.000 mensen een bijstandsuitkering in de hoofdstad. Jongeren en mensen met een arbeidsbeperking mogen niet meedoen. De gemeente verwacht daarnaast dat maximaal 3000 mensen die nu nog geen bijbaan hebben, er toch een nemen door de financiële prikkel. 

Amsterdam begint zelf een experiment, omdat de gemeente niet mee mocht doen aan een soortgelijke landelijke proef, die elders in Nederland in juli van start ging. Amsterdam had niet in de regels opgenomen dat deelnemers verplicht zijn een tegenprestatie te leveren, zoals voor deelname aan het landelijke experiment is vereist.